Trefwoorden: (Nederlands) Cholesterol, oestrogenen, omega 3 en omega 6 vetzuren, PUFA, cel membraan, apolipoproteïne A-I en A-IV, leptine, caveoline, bloed-brein-barrière, herpes simplex virus.
Key words: (English) Cholesterol, oestrogen, omega 3 fatty acids, omega 6 fatty acids, PUFA, cell membrane, apolipoprotein A-I and A-IV, leptin, caveolin, blood-brain-barrier, herpes simplex virus.
Nederlands (English below) De neurobiologie van schizofrenie: de rol van cholesterol en vetzuren en Apolipoproteïnen, versie 2024 II.
Belangrijkste punten:
1.
Op grond van de literatuur wordt een verklaring voor het hyperactieve dopamine systeem en het weinig actieve glutamaat systeem in de hersenen van patiënten met schizofrenie, gezocht in een immunologische respons van het lichaam op de aanwezigheid van het herpes simplex virus in het neuron; deze respons wordt mogelijk gemaakt door een afwijkend cholesterol/vetzuur metabolisme.
2.
In de literatuur wordt aangetroffen dat er een verlaagde spiegel oestradiol is bij schizofrenie. Een verklaring daarvoor wordt ook gezocht in een verstoring van het metabolisme van cholesterol/cholesterylesters.
3.
In de literatuur worden bij patiënten met schizofrenie afwijkende spiegels apolipoproteïnen en omega 3/6 vetzuren beschreven. Apolipoproteïnen zijn stoffen die nodig zijn bij het metabolisme van cholesterol.
4.
Het proces van opname van vetten (cholesterol en cholesterylesters en b.v. omega 3 vetzuren) tot voor het lichaam en in het bijzonder voor het cerebrum hanteerbare stoffen wordt nagelopen vanuit de literatuur, inclusief de betrokkenheid van een aantal enzymen en hormonen (o.a. leptine) daarbij.
5.
Wat de literatuur zegt over hoe diverse stoffen de bloed-brein-barrière passeren wordt weergegeven. De rol van caveoline-1 daarbij wordt helder gemaakt. Ook wordt beschreven hoe het brein gestimuleerd kan worden om zelf stoffen te maken die de bloed-brein-barrière niet passeren.
6.
Op grond van deze bevindingen wordt een hypothese over de pathofysiologie van schizofrenie geformuleerd. Als deze hypothese juist is, opent dat perspectief voor een meer causale behandeling.
In het artikel staat een globale aanduiding in de doorlopende tekst, terwijl details in bijlagen beschreven worden, die afzonderlijk geopend kunnen worden.
English (Dutch above) The neurobiology of schizophrenia: the role of cholesterol and fatty acids and apolipoproteins, version 2024 II.
The most important points:
1.
Based on literature, an explanation for the hyperactive dopamine system and the not so active glutamate system in the brain is sought in an immune response of the body to the presence of the herpes simplex virus in the neuron; this response is possible due to an aberrant metabolism of fatty acids and cholesterol.
2.
In literature it is found that a low level of oestradiol is found in schizophrenia. An explanation therefore is also thought to be found in a disturbance in the metabolism of cholesterol/cholesteryl esters.
3.
In literature it is described in patients with schizophrenia, that the levels of apolipoproteins and omega3/6 fatty acids differ from those in healthy persons. Apolipoproteins are substances which are needed in the metabolism of cholesterol.
4.
The process of the uptake of fats (cholesterol, cholesteryl esters and e.g. omega 3 fatty acids ) to become substances which the body and especially the cerebrum can handle is summarized from literature, including the involvement of enzymes and hormones therein.
5.
What literature says about how several substances pass the blood-brain-barrier is mentioned. The role of caveolin-1 therein is clarified. Also it is described how the brain may be stimulated to make substances which cannot pass the blood-brain-barrier.
6.
Based on these findings a hypothesis about the pathophysiology of schizophrenia is formulated. If this hypothesis should be correct this opens a perspective for a causal treatment of this disorder.
In this article a global narrative is given in the text; details are described in appendices, which can be opened separately